DZC '68NieuwsOverige nieuwsInterview Sergio Keurntjes

Interview Sergio Keurntjes

Na vier jaar in het Derde en één jaar in het Tweede gevoetbald te hebben, is het Sergio Keurntjes gelukt om het Eerste elftal te bereiken. De 26-jarige Doetinchemmer heeft er inmiddels al de nodige minuten opzitten binnen de lijnen met ons vlaggenschip.
Tijn Bakker ging met de verdediger om tafel.
Wat doe je zoal buiten het voetbal om?
‘Ik werk fulltime als vertegenwoordiger bij Protect-PBM in Brummen. Daarnaast ga ik graag met vrienden stappen, breng ik graag een bezoekje aan De Graafschap en fitness ik af en toe nog.’
Wie is je voorbeeld en waarom?
‘Sergio Ramos, ik ben fan van Real Madrid, we delen natuurlijk dezelfde naam en we spelen op dezelfde positie. Ook heb ik de nodige shirtjes van hem in mijn kast hangen.’
Wat is tot nu toe je leukste herinnering van je tijd bij DZC?
‘Het jaar dat we met de B2 onder de bezielende leiding van Gerrit van Dongen, Henk Bolk en Hans van tent Beking ongeslagen kampioen werden. We hadden een mooie en goeie groep, die al jarenlang bij elkaar hadden gespeeld.’
Heb je nog een mooie anekdote uit die periode?
‘Jazeker, tijdens het kampioensfeest klom de hoofdtrainer Gerrit van Dongen met een fles rode wijn op tafel en schreeuwde van blijdschap de legendarische woorden: “I love my team!”, prachtig!’
Is het altijd je doel geweest om het Eerste elftal te bereiken?
‘Nee, eigenlijk niet. Ik vond het prima om in het Derde voor mijn  plezier te voetballen, maar wel op niveau. Echter, toen ik in het Tweede voetbalde, merkte ik dat ik het niveau aankon en wilde ik weleens kijken hoe ver ik zou kunnen komen.’
Wat zijn je persoonlijke doelstellingen voor dit seizoen?
‘Ik wil zo veel mogelijk minuten maken, want ik heb met stevige concurrentie te maken.’
En als team?
‘Ik vind dat we voor promotie moeten gaan, echter is dat voor mij wat moeilijker te zeggen, omdat ik er pas net bij zit.’
Hoe ga je ervoor zorgen dat de trainer niet meer om jou heen kan?
‘Ten eerste gewoon door keihard te trainen. Ik moet mijn fysiek in de strijd gooien, mede doordat ik technisch minder aangelegd ben. Daarbij moet ik de kansen die ik krijg met twee handen aangrijpen. Ik vond het trouwens erg mooi dat ik na de eerste thuiswedstrijd veel complimenten kreeg van het bestuur, de mannen van Zuid en oud-teamgenoten. Dat geeft een goed gevoel.’